Natuurlijk moet ik hopen dat hij gauw beter wordt en niet zo ziek wordt als zoveel andere coronapatiënten, vaak met de dood tot gevolg. Maar ja… Zijn voortdurende ontkenning van de ernst van de pandemie, terwijl hij nota bene de ernst kende enz. enz. bracht me wel in de verleiding om te denken: ga nu maar eens op te blaren zitten. Of erger. En met dat ik het schrijf schaam ik me ervoor. Want dat mag je helemaal niet denken. Immers: wie ben ik om een oordeel over hem te vellen?
Kinderachtig
Herken je die tweestrijd? In meer of mindere mate wensen we onze tegenstanders, kwelgeesten, irritante buren of collega’s allemaal wel eens wat toe. ‘Net goed’, ‘nu weet jij eens hoe het voelt’, ‘eigen schuld, dikke bult’. En als we dat uitspreken weten we heel goed dat dat eigenlijk heel kinderachtig is. Sterker nog, een kind zou ons terecht wijzen: ‘Dat mag je helemaal niet denken.’
Vroom en huichelachtig
Tegelijkertijd: om nu vroom te bidden dat hem of haar goed zou gaan, voelt ook huichelachtig. Je weet dat je het zou moeten wensen, maar toch…
Wat kun je bidden?
Wat kun je bidden als je iemand niet mag, en eerlijk gezegd ook weinig medelijden voelt? Nee, het is niet goed om over een ander te oordelen door die iets toe te wensen. Maar het is ook niet goed om mezelf te veroordelen tot een vroom gebed dat ik niet voel. Omdat ik ook het goede niet in de hand heb. Laat me nu maar gewoon eerlijk tegenover mezelf zijn dat ik dit voel, maar laat ik in mijn gebed de situatie dan ook maar aan God overlaten.
Niet slecht
Diep van binnen weet ik namelijk ook wel: ik bedoel het niet slecht. En ik denk dat we het heel vaak niet slecht bedoelen als we iemand verwensen. We zoeken het goede, zelfs als het wraakzuchtig voelt. We zoeken gerechtigheid, of een betere uitkomst, of een mooiere toekomst. We zoeken het goede. Maar we weten niet altijd wat goed is. Dat weet God alleen.
Dus laat me maar eerlijk bidden: ‘God, ik voel er van alles bij, maar laat het goed zijn. U alleen weet wat goed is. Laat het dan zo zijn. ’
Otto Grevink
www.mijnkerk.nl
Kinderachtig
Herken je die tweestrijd? In meer of mindere mate wensen we onze tegenstanders, kwelgeesten, irritante buren of collega’s allemaal wel eens wat toe. ‘Net goed’, ‘nu weet jij eens hoe het voelt’, ‘eigen schuld, dikke bult’. En als we dat uitspreken weten we heel goed dat dat eigenlijk heel kinderachtig is. Sterker nog, een kind zou ons terecht wijzen: ‘Dat mag je helemaal niet denken.’
Vroom en huichelachtig
Tegelijkertijd: om nu vroom te bidden dat hem of haar goed zou gaan, voelt ook huichelachtig. Je weet dat je het zou moeten wensen, maar toch…
Wat kun je bidden?
Wat kun je bidden als je iemand niet mag, en eerlijk gezegd ook weinig medelijden voelt? Nee, het is niet goed om over een ander te oordelen door die iets toe te wensen. Maar het is ook niet goed om mezelf te veroordelen tot een vroom gebed dat ik niet voel. Omdat ik ook het goede niet in de hand heb. Laat me nu maar gewoon eerlijk tegenover mezelf zijn dat ik dit voel, maar laat ik in mijn gebed de situatie dan ook maar aan God overlaten.
Niet slecht
Diep van binnen weet ik namelijk ook wel: ik bedoel het niet slecht. En ik denk dat we het heel vaak niet slecht bedoelen als we iemand verwensen. We zoeken het goede, zelfs als het wraakzuchtig voelt. We zoeken gerechtigheid, of een betere uitkomst, of een mooiere toekomst. We zoeken het goede. Maar we weten niet altijd wat goed is. Dat weet God alleen.
Dus laat me maar eerlijk bidden: ‘God, ik voel er van alles bij, maar laat het goed zijn. U alleen weet wat goed is. Laat het dan zo zijn. ’
Otto Grevink
www.mijnkerk.nl