Over de hel hebben we het niet meer zo in de kerk. Er is leven na dit leven, zoiets als ‘hemel’. Het komt goed. Ook buiten de kerk is die gedachte breed verspreid. Mensen die dood zijn, zijn er nog, ‘ergens’. Ze zijn ‘als een sterretje’. Bijna-doodervaringen gaan over tunnels die naar het licht voeren.
De mogelijkheid van de hel, daar geloven de meeste mensen niet in. Een eeuwige straf, vuur, tandengeknars, een duivel met bokkenpoten die het vuurtje aanwakkert: dat is middeleeuws. Gehenna, in het Nederlands vertaald met ‘hel’, was een plaats in de buurt van Jeruzalem waar in het verleden kinderoffers werden gebracht. Een plaats van dood en afval. Alles wat in dit dal geworpen werd, werd vernietigd.
De mogelijkheid van de hel, daar geloven de meeste mensen niet in. Een eeuwige straf, vuur, tandengeknars, een duivel met bokkenpoten die het vuurtje aanwakkert: dat is middeleeuws. Gehenna, in het Nederlands vertaald met ‘hel’, was een plaats in de buurt van Jeruzalem waar in het verleden kinderoffers werden gebracht. Een plaats van dood en afval. Alles wat in dit dal geworpen werd, werd vernietigd.
Hemel en aarde
Vraagje. Als er geen hel is, waarom zouden we dan nog ons best doen om mensen te betrekken bij het geloof in God, in Jezus? Uiteindelijk maakt het dan toch niet uit, of wel? Of is de motivatie om anderen over Jezus te vertellen niet gelegen in ‘het oordeel’, maar in de vreugde die een leven met Hem is? Je kunt in ieder geval vaststellen dat ook in dít leven al sprake is van ‘hemel’ en ‘hel’. Een pas gevonden liefde: de hemel op aarde. Maar wat vermoedelijk vaker het geval is: helse pijn, vervolgingen en onderdrukkingen: de hel is híer, te vinden op aarde. Er is geen strikte scheiding tussen dit aardse leven en het leven na dit leven. In het Onze Vader wordt gebeden om de hemel op aarde: Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alsook op de aarde, Uw Koninkrijk kome…
Oordeel?
Jezus heeft het nogal eens over het oordeel en ‘de hel’. Het gaat hem daarbij om een keuze tussen leven of dood. Kennelijk niet iets waar je zomaar even overheen springt of wat je voortaan wel tussen haakjes kunt zetten. Hoe zit dat dan? Het is van belang hoe wij leven. De keuzes die we maken laten God niet onverschillig. Je kunt niet zeggen: het maakt niet uit hoe ik leef, God is toch wel genadig. Aan het eind wordt het oordeel opgemaakt. We worden serieus genomen in onze verantwoordelijkheid. Ook ons antwoord op Gods uitnodigende liefde is voluit óns antwoord. Ons ‘nee’ tegen God wordt serieus genomen. Dat is misschien beangstigend, maar ook troostrijk. Immers: de daders van gruwelijkheden zullen de dans niet ontspringen. De beulen van de geschiedenis zullen terechtstaan. Maar wie kan dan dat oordeel doorstaan? We zeggen allemaal ‘nee’ op zijn tijd. We leven zeker niet voluit naar Gods bedoelingen, hoe we ook ons best doen. Gelukkig is ‘oordeel’ dan ook niet het laatste. Het oordeel staat in het teken van de genade. We mogen een beroep doen op de weg van Jezus, en dan is er vergeving en vrijspraak.
God vergeeft. Wie weerloos zwicht
voor het opperste gericht,
die ontdekt met vrees en beven
dat de eiser voor hem pleit,
dat de rechter met hem lijdt,
dat het vonnis luidt: het leven.
Gezang 478:6
God oordeelt. Niet wij. Wij gaan er niet over. Op een Duits oorlogskerkhof las ik de tekst ‘Gott hat das letzte Wort’: God heeft het laatste woord. Wij bepalen niet hoe het eindoordeel zal zijn, nu niet en nooit niet. Ik ga er niet over én ik weet dat God oneindig veel genadiger is dan ik.
Dat is de hel: elkaar niet aanspreken en alleen laten.
Peter Hendriks, tegels & screensavers, bijbelse geloofsteksten
Maar uiteindelijk wordt ieder mens het zwijgen opgelegd en staat de hele wereld schuldig voor God. (…) Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost.
Romeinen 3:19 en 23,24
In de Heer vind ik heel mijn sterkte, in mijn God de vreugdezang, gij die mijn bevrijding bewerkt, op U vertrouw ik en ‘k ken geen angst, op U vertrouw ik, en ken geen angst.
Al myn hope en al myn vreugde, en myn stipe, myn ljocht, Kristus dy’t ús rêding brocht, op Jo betrou ik net om’e nocht, ik freezje net, Jo ha om ús tocht.
Taizé, Nederlands en Fries
Bron: boekje Met hart en ziel, 10 moeilijke vragen en hun antwoorden, Nynke Dijkstra-Algra.
Vraagje. Als er geen hel is, waarom zouden we dan nog ons best doen om mensen te betrekken bij het geloof in God, in Jezus? Uiteindelijk maakt het dan toch niet uit, of wel? Of is de motivatie om anderen over Jezus te vertellen niet gelegen in ‘het oordeel’, maar in de vreugde die een leven met Hem is? Je kunt in ieder geval vaststellen dat ook in dít leven al sprake is van ‘hemel’ en ‘hel’. Een pas gevonden liefde: de hemel op aarde. Maar wat vermoedelijk vaker het geval is: helse pijn, vervolgingen en onderdrukkingen: de hel is híer, te vinden op aarde. Er is geen strikte scheiding tussen dit aardse leven en het leven na dit leven. In het Onze Vader wordt gebeden om de hemel op aarde: Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alsook op de aarde, Uw Koninkrijk kome…
Oordeel?
Jezus heeft het nogal eens over het oordeel en ‘de hel’. Het gaat hem daarbij om een keuze tussen leven of dood. Kennelijk niet iets waar je zomaar even overheen springt of wat je voortaan wel tussen haakjes kunt zetten. Hoe zit dat dan? Het is van belang hoe wij leven. De keuzes die we maken laten God niet onverschillig. Je kunt niet zeggen: het maakt niet uit hoe ik leef, God is toch wel genadig. Aan het eind wordt het oordeel opgemaakt. We worden serieus genomen in onze verantwoordelijkheid. Ook ons antwoord op Gods uitnodigende liefde is voluit óns antwoord. Ons ‘nee’ tegen God wordt serieus genomen. Dat is misschien beangstigend, maar ook troostrijk. Immers: de daders van gruwelijkheden zullen de dans niet ontspringen. De beulen van de geschiedenis zullen terechtstaan. Maar wie kan dan dat oordeel doorstaan? We zeggen allemaal ‘nee’ op zijn tijd. We leven zeker niet voluit naar Gods bedoelingen, hoe we ook ons best doen. Gelukkig is ‘oordeel’ dan ook niet het laatste. Het oordeel staat in het teken van de genade. We mogen een beroep doen op de weg van Jezus, en dan is er vergeving en vrijspraak.
God vergeeft. Wie weerloos zwicht
voor het opperste gericht,
die ontdekt met vrees en beven
dat de eiser voor hem pleit,
dat de rechter met hem lijdt,
dat het vonnis luidt: het leven.
Gezang 478:6
God oordeelt. Niet wij. Wij gaan er niet over. Op een Duits oorlogskerkhof las ik de tekst ‘Gott hat das letzte Wort’: God heeft het laatste woord. Wij bepalen niet hoe het eindoordeel zal zijn, nu niet en nooit niet. Ik ga er niet over én ik weet dat God oneindig veel genadiger is dan ik.
Dat is de hel: elkaar niet aanspreken en alleen laten.
Peter Hendriks, tegels & screensavers, bijbelse geloofsteksten
Maar uiteindelijk wordt ieder mens het zwijgen opgelegd en staat de hele wereld schuldig voor God. (…) Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost.
Romeinen 3:19 en 23,24
In de Heer vind ik heel mijn sterkte, in mijn God de vreugdezang, gij die mijn bevrijding bewerkt, op U vertrouw ik en ‘k ken geen angst, op U vertrouw ik, en ken geen angst.
Al myn hope en al myn vreugde, en myn stipe, myn ljocht, Kristus dy’t ús rêding brocht, op Jo betrou ik net om’e nocht, ik freezje net, Jo ha om ús tocht.
Taizé, Nederlands en Fries
Bron: boekje Met hart en ziel, 10 moeilijke vragen en hun antwoorden, Nynke Dijkstra-Algra.